vrijdag 31 juli 2009

korte update

Het gaat ons goed. Het weer de afgelopen dagen was slecht, regenachtig en 's nachts een graad of 4, we zaten heel hoog in de Rocky Mountains. We hebben een paar wandeltochten gemaakt en die waren indrukwekkend, de kinderen liepen ook goed mee. Nu zijn we de berg af en kamperen net naast waar de bergen beginnen en het is weer zonnig. Internet is beperkt bescikbaar, nu zijn we even bij de Starbucks. Tot snel.

maandag 27 juli 2009

27 juli

Ties werd om 7 uur wakker en het eerste wat hij vroeg was: “gaan we nu golfen”. Ja dus, Ties begon de dag met een rondje midgetgolf. Wij begonnen op te ruimen en in te pakken. Dide werd wat later wakker en ging Ties gezelschap houden. Toen alles was ingepakt en de tanden gepoetst gingen we alle 4 nog een rondje doen. Kinderen helemaal gelukkig.
Rond een uur of 10 reden we weg richtinh Boulder, een plaatsje aan de rand van de Rockies waar ik ooit nog eens de kans had een postdoc te kunnen doen. We hadden toen al allemaal positieve verhalen over de plaats en streek gehad, maar wisten niet precies waar we “nee” tegen hadden gezegd. De Rocky Mountains beginnen werkelijk vanui de hoogvlakte. Vanuit de verte kun je gewoon bergen zien, bijna zonder aanloop beginnen in 1 kker de echt hoge bergen. Boulder ligt echt aan de voet. Onze eerste indruk was niet echt positief, een mall zoals in iedere Amerikaanse stad, maar na enig zoeken vonden we de echte binnenstad. We besloten fietsen te huren voor Saskia en mijzelf. De kinderfietsen hadden we in de achterbak meegenomen (tja, Amerikaanse maat auto heeft zijn voordelen, die beginnen we steeds meer te zien). Dwars door Boulder loopt een beek (“creek”) met een wandel- en fietspad erlangs, net zoals in Denver zonder stoplichten, het pad gaat met de beek onder de wegen door. We gingen een stukje stroomopwaarts eerst lunchen met de verse stokbroodjes die we vanochtend hadden gehaald. Er was een erg leuk parkje, het weer was prachtig en de beek stroomde snel. De kinderen speelden natuurlijk in het water, Ties blijkt ook bang voor drijfzand. Dammen bouwen blijft machtig interessant.



Daarna een stuk stroomafwaarts gefietst, dus de heuvel af. Dat was erg prettig. De berg op viel ook wel mee, helaas begon het weer te onweren. Toen de bui losbarsste waren we weer bij de auto en hebben daar even geschuild. Toen het niet droog leek te worden gingen we de fietsen maar terugbrengen. Het centrum van Boulder 2 straten verderop was inderdaad net zo goed als de vehalen beloofden, het was erg gezellig, winkels die eens niet onderdeel van een keten (lijken te) zijn en zelfs terrassen. Het werd ook weer droog. Ook weer een straat voor voetgangers alleen, wij vonden het erg leuk en zouden hier ook wel kunnen wonen.





Het klimaat (behalve vandaag), de sfeer, de mogelijkheid om te fietsen, dit dorp trekt ons veel meer dan de plaatsen in de VS die we tot nu toe hebben gezien (maar Ria geen zorgen, we komen weer terug hoor).
Rond een uur of 5 reden we de bergen in richting Estes Park, waar we deze keer een camping hadden gereserveerd. Het begon weer te regenen en zelfs te onweren, dus nadat we waren ingechecked zijn we eerst even langs een supermarkt gereden.

Daar hebben we een hele mooie regenboog mogen aanschouwen en toen werd het weer droog. De tent stond en het eten was klaar voor het donker was. Bij de buren op het kampvuur nog een paar marshmellows gebakken en even gepraat. Toen had Ties erge buikpijn en hij is nu waarschijnlijk ziek. Hij slaapt in ieder geval en hopelijk is alles morgen weer goed. Ook op deze camping is het weer stekedonker en ik ga zo ook slapen, het is kil buiten (13 graden), maar wel helder. Hopelijk wordt het morgen weer beter. In Chicago schijnt het nog steeds niet “steamingly hot” te zijn, waar iedereen ons steeds voor waarschuwde, maar ook hier wordt over het weer geklaagd. Morgen wandelen in de bergen, als Ties weer beter is. Groeten.

26 juli

De dag begon zoals altijd vrij vroeg. Dide was gestoken door iets (een mug, vermoedden wij) tussen haar ogen en op haar lip en dat was erg dik geworden. We vertrokken vroeg, we hadden geen brood ingeslagen, naar een grote supermarkt in de buurt om iets tegen de muggenbulten en een ontbijt te kopen. We hadden heerlijke zondagse broodjes, veel te zoet natuurlijk, maar we doen dit niet vaak. Ook voor de kinderen echte koetjeskazen gekocht en voor ons een camembert in de aanbieding.
Wij reden al etend richting Mount Evans, even voorbij Denver. Het is een van de hogere toppen van de Rocky Mountains, meer dan 14264 voet (4347 m). De weg leidt tot bijna bovenaan, bizar natuurlijk en alleen voor de toeristen. Het ksot 10 dollar en de weg is niet bepaald goed, maar wel geasfalteerd. Dat het niet onverstandig zou zijn om vangrails te plaatsen bleek overigens op de terugweg toen er een auto uit een ravijn werd getakeld, maar daarover later meer. Onderweg naar boven werd de bewolking boven ons steeds dichter, totdat we er zelf inreden. Stukken waren enorm mistig en de temperatuur daalde tot een graad of 5. Maar aan de andere kant van de berg waar de weg ook langs liep was het zicht in de verte fantastisch. Onderweg lange broeken aangetrokken (Dide moest natuurlijk weer plassen) en de truien bij de hand gehouden. Dat bleek niet voor niets. Op het parkeerterreintje bovenaan was het niet winderig, maar wel fris. Saskia was duizelig van de hoogte, daar wordt ook overal voor gewaarschuwd en ik had ook wel het idee dat we hoog waren. De kinderen wilden natuurlijk omhoog lopen, en dat hebben we dus gedaan. Onderweg kregen ook Dide en Ties wat last van hoofdpijn. Het was 10 minuutjes lopen en de uitzichten waren weer indrukwekkens. Er lag nog wat sneeuw en dat was voor Dide en Ties machtig interessant. Ties wilde mijn hand nauwelijks loslaten en heeft vanaf nu hoogtevrees, geloof ik. De andere kant van de top was ook ongeveer recht naar beneden en daar bleef ook Dide ver van.
We liepen snel weer naar beneden, Ties maakte nog een duikelingetje en bijna beneden begon het te rommelen in de verte. Bij de auto aangekomen begon het ook zachtjes te regenen en het onweer zette door. Perfecte timing dus. Op de berg zijn opvallend veel fietsers die de uitdaging aangaan en de meesten leken ook rechtsomkeer te maken met deze weersomstandigheden. Onderweg naar beneden werd de regen heftiger en begon het ook te hagelen. Na een poosje in een sukkeldraf zijn we midden op de weg gaan stilstaan achter een paar motoren die dat, heel verstandig, ook hadden gedaan. De weg en berg waren in een mum van tijd helemaal wit. Toen de hagel was gestopt reden we de laatste paar honderd meter tot een iets grotere stopplek met een meertje. Hier is het nog steeds heel hoog en er is ook geen restaurant ofzo, alleen een noodschuilhut en een paar verplaatsbare toiletten, plus een prachtig uitzicht natuurlijk. Op dit terreintje wachtten wij het smelten van de hagel even af (en Dide moest plassen). Toen reed een politiewagen het terrein op en sloot de weg naar beneden af. Er was een auto de diepte in gereden en die werd geborgen. Geen leuke gedachte. Na een half uurtje wachten reden we in convooi naar beneden, de hagel was weg, het was nog wel mistig. Eenmaal beneden bleek de berg helemaal te zijn afgesloten. Het was een hele ervaring.
Helemaal aan de voet van de berg waar de snelweg weer begint hebben we onszelf op een koffie getrakteerd. Daarna zijn we naar Denver gereden, hebben downtown geparkeerd n rondgelopen rond de 16th street. Dat is een voetgangersgebied en erg gezellig, heel anders dan wat we op andere plaatsen in Amerika hebben gezien. Daar hebben we ook ’s avonds gegeten (Cheesecake factory, veel te grote porties, dus doggy bags mee). Terug naar de auto liepen we langs het voet- en fietspad langs het water, erg leuk aangelegd en zonder oversteken, dus veel sneller dan over de stoep.
Het weer in het dal was heel anders dan op de berg, het was weer gewoon 25 graden en wisselend bewolkt. Op de camping was ook geen spetter gevallen vannacht. Op de snelweg naar huis, zo tegen het donker worden, was het wel weer bal. Die Amerikanen bewijzen iedere keer weer niet te beschikken over enig verkeersinzicht en we kwamen dus ook een paar ongelukken tegen. Geen idee waarom het zo druk was, misschien veel mensen die na familiebezoek of vakantie op zondagavond op weg naar huis waren?
De camping was weer donker en zonder enig buitenleven. De kinderen lagen zo in bed en wij hebben nog snel een glaasje wij gedronken en zijn toen ook gaan slapen.

26 juli

Tocht naar de top van de mount evans (14264 feet, i.e. 4347 meter), vooral per auto en het laatste stukje te voet. We hadden allemaal een lichte vorm van hoogteziekte, we hebben hagel gehad en afgesloten wegen (toen we naar beneden wilden, er was een auto de afgrond in gekukeld), maar het is goed afgelopen. Tekst volgt later.







zaterdag 25 juli 2009

25 juli

Na het ontbijt zijn we dan inderdaad gaan midgetgolfen, groot succes moet ik zeggen. Dide, maar vooral Ties gingen er helemaal in op. Dat de baan zijn beste tijd al heel lang geleden heeft gehad en dat alles wat ooit had gedraaid was vastgeroest mocht hun pret niet drukken.


Rond een uur of 10 reden we naar Denver. Het is echt opvallend hoe anders alles hier is, we hebben echt het gevoel weer terug te zijn in de beschaving. Denver is veel levendiger dan al die cowboydorpen en boerengehuchten die we de afgelopen week hebben gezien, zelfs als er 50000 mensen wonen. Ons eerste doel in Denver vandaag was de botanische tuin met dinograden. Veel draait in deze streek om fossielen van dinosaurussen en andere dieren. Toen we net na 11 uur de tuin inliepen bleek die om 12 uur te sluiten wegens een privefeestje. Dat zoiets mogelijk is verbaasde ons eigenlijk al niet meer in dit land van de commercie. Ook hier waren weer lange lijsten met donateurs en stonden toekomstplannen aangeplakt met de bedragen die nog nodig waren om een en ander te realiseren. Als doekje voor het bloeden mochten we wel gratis naar binnen en dat was best leuk. De tropische kas leek een beetje op die in de botanische tuin in Haren. De buitentuinen waren leuker, steeds met een ander thema. De kinderen vonden de kleine paadjes natuurlijk het meest interesant en waren op dinojacht. We konden wat langer blijven dan gepland en toen hadden we wel een goed idee gekregen van wat hier te zien was. We hadden best nog iets langer willen blijven, maar weer terugkomen vinden we niet echt de moeite.

Op weg naar de botanische tuin waren we langs een terras gereden dat bij een restaurant hoorde, op zich al bijzonder om dat tegen te komen in de VS, althans op de plaatsen waar wij tot dusver hebben vertoefd. Volgens onze folders is Denver dan veel Europescher (lees: gezelliger) en dat klopte hier dus wel. We hebben uitstekend gelunched en ook Dide en Ties vonden het erg lekker.
Volgende stop was het museum voor nature and science, met een grote dinocollectie. De eerste expositie die we bezochten ging over ruimtevaart, de kinderen waren niet weg te slaan.
Ik kreeg weer een positieve opmerking over mijn CIO T-shirt van 10 jaar oud, radiocarbon dating vonden alle vrijwilligers in het museum machtig interessant. De wisselende tentoonsteling ging over gezondheid en je kon allerlei kleine testjes doen waarmee je leerde over (de werking van) het lichaam en hoe het gezond te houden. Een experimentje met echte labjassen en brillen om te zien welke zepen en schoonmaakmiddelen bacterien doden was het leukste, konden Dide en Ties zoal zien wat labwerk ongeveer inhoudt.

Toen we even snel wat gedronken hadden werd omgeroepen dat het museum ging sluiten. En wij hadden de dino’s nog niet gezien. Snel zijn we nog door de dinovleugel gelopen, veel te kort, maar we hebben in ieder geval weer een beeld gekregen van wat er te zien is en een paar foto’s van indrukwekkend grote skeletten gemaakt. Morgen staat nog een dag Denver op het programma, maar we gaan niet weer terug,. Wel willen we nog in het naastgelegen park kijken als het weer dat toelaat. Het was namelijk begonnen te regenen, wel met 25 graden gelukkig.
Op de terugreis reden we door Denver centrum. Dat zag er inderdaad gezellig uit en daar gaan we zeker morgen, zondag, even uitgebreid kijken. Saskia is nu even een supermarkt ingelopen om een broodje en wat beleg te kopen voor ons avondeten. De regen is gestopt en we zijn de stad weer uitgereden. We nemen de toeristische route terug en vinden dan vast een leuk picknickplekje. Geen plannen voor vanavond, misschien nog even zwemmen als we op tijd op de camping zijn.
Update: de regen was toch niet definitief gestopt. Avondeten was overdekt in een park in een van de buitenwijken. Toen was het nog droog, dus de aangrenzende speeltuin was nuttig. Toen we wegreden begon het echter flink te hozen, dus we hebben niet veel gezien van de alternatieve route. De bedoeling was bergen te kunnen zien op afstand, maar het zicht was 50 meter. Wel gezellig allemaal zitten meezingen met een CD met Amerikaanse kinderliedjes. In de buurt van de camping nog brood voor het ontbijt morgen gekocht en een ijsje als toetje. Bij de tent bleek dat we maar een beetje lekkage hadden gehad, ons budgettentje valt dus niet tegen. De kinderen slapen inmiddels en wij zitten in de auto even het weerbericht te bekijken ("het kan vriezen, het kan dooien") en wat e-mails te beantwoorden en sturen. Biertje erbij dus best uit te houden. De regen lijkt ongeveer voorbij (we staan onder een boom ,dus weten het niet zeker). Wij gaan zo ook slapen, morgen wordt vast weer een lange dag. De reservering voor de volgende camping is in ieder geval vandaag per e-mail bevestigd, dus we zijn tot eind volgende week onder de pannen.

23 juli



De kou vannacht is meegevallen. Wel valt er bijna elke middag om 5 uur een bui, maar inmiddels vertrouwen wij erop dat die heel snel weer over gaat en tot nu toe klopte dat steeds. De festiviteiten rondom de Cheyenne Frontier days gingen gewoon door, dus vanochtend stond er een parade op het programma. De zon brandde al flink en we werden al herkend door locals die ons blijkbaar al gisteren hadden gevraagf waar we vandaan kwamen. Het is echt opvallend dat iedereen daarnaar vraagt en je dan ook welkom heet in hun land en zelfs regelmatig bedankt dat je bent gekomen. De reden daarvan is mij nog niet helemaal duidelijk, of het met trots of geld te maken heeft. Wie het weet mag het zeggen.
Thema in de parade was de strijd tegen borstkanker en voor de gelegenheid had iedereen (dus ook de mannen) rose aangetrokken. Wij toevallig niet vandaag, omdat we niet uit de toon wilden vallen. Ik had mij tot laat in de middag overigens niet gerealiseerd dat ik mijn Charles Darwin T-shirt aanhad, niet bepaald de meest populaire wetenschapper in dit gebied. Wat verder opviel is dat er ontzettend veel paard gereden wordt hier, en dus ook in de parade. Werkelijk iedereen zit op zo’n beest en het is waarschijnlijk onvoorstelbaar dat je burgemeester hier wordt zonder te kunnen paardrijden.
Het aantal voorzitters dat in de stoet passeerde was ook indrukwekkend, aan het eind van de stoet kwamen ook nog de spouses van al deze mannen voorbij. Ook het aantal politici was weer groot, ik ga me eens verdiepen in al die bestuurslagen en wie nou wie is en wi het belangrijkst.
Verder was er veel meer militair vertoon dan in de parade in Deerfield en zodra er een soldaat en / of Amerikaanse vlag in beeld kwam stond iedereen op. Erg bijzonder, dat zie ik in Nederland helemaal nooit gebeuren. Geen waardeoordelen verder.
De zon was heet, wij kregen van een van de plaatselijke kerkgenootschappen koud water, op voorwaarde dat we er ook een cowboybijbel bijnamen, Ties was helemaal in z’n nopjes.

Na afloop van de parade zijn we, via een Starbucks (eindelijk redelijke koffie!) in het plaatselijke natuurhistorisch museum geweest, wat erg interessant was, de kinderen konden er leuk spelen met indianen en cowboy kleren en er was een vragenlijst die een potlood als prijs opleverde.
Op de terugweg liepen we een route door het dorp. Het was erg heet geworden en de kinderen liepen op ons advies van schaduw naar schaduw. Het verbaasde ons dat er een aantal gebouwen in de stad staat die niet lelijk zijn, maar op de een of andere manier weten ze hier nooit een gezellig straatje te maken. Op de een of andere manier blijft het altijd een bijeengeraapt zooitje waar wandelaars een uitzondering zjn en levenidgheid op straat ontbreekt. We vonden een boekwinkel waar ze goede broodjes gezond serveerden, dus dat was een meevaller.
Op de camping hebben we pasta gekookt, eenpansmaaltijd, maar wel weer eens prettig. De kinderen speelden in de speeltuin met een paar iets oudere kinderen uit Belgie en wij hebben ’s avonds ervaringen en tips met de bijbehorende ouders uitgewisseld. Verder zijn onze buren uit een staat verderop vervangen door buren van 2 staten verderop. Het zijn indianen (native Americans, in politiek correct jargon) die naar de rodeo komen kijken omdat een neefje meedoet. Erg aardige mensen, maar op de een of andere manier blijven de gesprekjes altijd kort.
Toen wij een paar lokale biertjes met onze Belgische buren ophadden en naar bed gingen bleek het heilige water Dide en Ties toch te veel te zijn geweest: ze hadden allebei geplast, konden de uitgang van de tent niet vinden en stonden dus op ons bed. Wat geimproviseerd, maar het wel koud gehad.

24 juli

Om half zeven wakker en toen snel gaan wassen, dekens en lakens. Ondertussen gingen we naar het pannekoekenontbijt dat bij het festival hoorde. De rij was immens lang en groeide bijna net zo hard als wij er langs konden lopen. Maar de organisatie was zo enorm efficient dat we eenmaal in de rij net zo hard weer terug liepen, in een paar minuten was het bekeken. Iedereen kreeg pannekoeken met sirup (en extra boter, “no, thanks”, en koffie, “NO, thanks”). Op de een of anderee manier staat het op ons voorhoofd dat we niet lokaal zijn, want wederom werden we welkom geheten in de VS en bedakt voor onze komst. Tijdens het eten was er hele toepasselijke zeer Amerikaanse muziek, het was weer zo chauvinistich als het kan zijn. Er schijnt een oorlogsbodem te zijn met de naam van de stad, de USS Cheyenne, en er was een aantal matrozen van die schuit ingevlogen om te worden toegejuicht. Dat de matroos uit Maine kwam (verder kun je niet in de VS) mocht de pret niet drukken.

Eenmaal terug op de camping hebben we de boel bij elkaar gepakt en zijn gaan rijden richting de Rocky Mountains. Het was vandaag maar een klein stukje. Net over de grens van Colorado zijn we bij het bezoerscentrum geweest om veel folders te scoren. Onze vakantie is niet zo grondig gepland dit jaar moet ik bekennen, dus moet alles on the fly.
In het plaatsje loveland bleek een Panera te zitten. Voor niet-ingewijden is dat een broodjes zaak waar je ook hele broden kan krijgen. Er was notabene “French Bread” en dat bleek echt goed te zijn, zelfs met een krokante korst! Een unieke ervaring die we erg hadden gemist. De ervaring werd nog mooier door de locatie waar we onze lunch nuttigden, namelijk aan de oever van een bergstroompje op de flanken van de bergen. Deze omgeving vinden wij erg prettig, er wordt weer gefietst en het is erg mooi met die bergen in de verte.


Ons einddoel vandaag was Estes Park. Voor de duidelijkheid: dat is een plaatsje, geen park. We reden om half 2 binnen. De campsites bleken echter allemaal vol, we konden 1 plaatsje op stene langs de doorgaande weg krijgen, maar dan hield het echt op. Om half 5 en een paar flinke frustraties later reden we de berg weer af om het in het dal te proberen. De capaciteit van kampeerplaatsen is hier in het hoogseizoen duidelijk onvoldoende en het blijkt hier bijna noodzakelijk om vooraf te reserveren. Jammer, want het spontane aan kamperen gaat dan toch voor een deel verloren.
In ons campingboek een andere plak gevonden, die best OK is, maar niet om over naar huis te schrijven. We zijn nu redelijk dicht bij de snelweg, dus is dit een goede uitvalsbasis voor een aantal activiteiten in Denver die we gepland hadden. Dat gaan we nu eerst doen en ondertussen proberen we voor de laatste 10 dagen van de vakantie nu campings telefonisch en online te reserveren. Voordeel van deze camping is dat er een zembad is, dat hadden we nog niet gehad. We zijn niet echt enthousiast over de staat van onderhoud en het is er wederom stekedonker zodra de zon onder is. Er zit nu ook weer helemaal niemand buiten, geen typische campinggezelligheid dus. Vanavond gingen we nog even op zoek naar een ijsje, maar zoals we al gevreesd hadden lukt dat niet. In een supermarkt toen fruit gekocht en opgegeten tijdens de zonsondergang langs het plaatselijke meer. Mooi, maar we misten een leuk terras erlangs, in ieder Europees land zou dit een prachtig pleke worden en hier maakt bijna niemand er gebruik van, een andere verklaring heb ik niet voor het ontbreken van enige recreatie-infrastructuur.

Morgen gaan we eerst met de kinderen midgetgolfen (beloofd is beloofd) en dan naar Denver, dagprogramma nog nader te bepalen.

woensdag 22 juli 2009

22 juli

De camping waar we op terecht zijn te komen lijkt lager te liggen dan waar we tot nu toe hebben verbleven, want we hebben het niet koud gehad. Het zonnetje kwam al vroeg op en wij gingen ontbijten met wat we hebben, dat is meestal redelijk simpel en we blijven last hebben van vies brood. We missen een brandertje, want zelfs een kopje thee is er niet bij. Op de camping is zelfs Internet, dus we hebben vanochtend even kunnen skypen met Henk. Met behulp van allerlei foldertjes daarna onze dag gepland. Eerst snel een was gedraaid en toen zijn we richting de luchtshow gereden. Een zestal straaljagers vlogen af en aan in verschillende formaties, de bekende trukjes, maar als ze vlak overkomen is het toch wel met erg veel geweld. Dit alles was onderdeel van de Cheyenne Frontier Days. Een 10 dagen durend festival wat al voor de 113 keer wordt gehouden. Er is van alles te doen, muziek en voorstellingen, pannekoekenontbijten, maar vooral rodeo. Tot onze niet geringe verbazing is dat hier mateloos populair. Wij hebben heel Europees bijde park & ride de auto achtergelaten en werden met een gele schoolbus naar het festivalterrein gebracht. Daar begon het feest precies toen wij aankwamen om 11 uur. Alle standaard kraampjes met snuisterijen en eten waren aanwezig. Het indianendorp was interessanter, met mensen die deden alsof ze nog echte indianen waren en een knutselkraam waar de kinderen een fluit met veren londen maken. Ook voor het eerst sinds tijden een lekkere lunch kunnen bemachtigen, Mexicaans. Daarna hadden we onszelf getrakteerd op kaartjes voor de rodeo, dat moesten we natuurlijk zien. Het bleek een aaneenschakeling van activiteiten, stierrijden (8 seconden blijven zitten geeft de maximale score), paardrijden in alle varianten, stierjagen, -vangen, -vastbinden (dat alles in 14,3 seconden) en Amerikaanse show. Het aantal cowboyhoeden dat je hier in het wild tegenkwam, zowel op het veld als op de tribune, was onverwacht. En al die mannen en vrouwen liepen daar bij natuurlijk in een iets te hoog opgetrokken spijkerbroek met overhemd erin, riem met grote glimmende gesp en spitse laarzen, bij voorkeur met versieringen en/of sporen. Het bestaat dus nog echt! De hele dag vroegen mensen ons waar we vandaan kwamen, sommigen waren wel eens in Chicago geweest en konden niet anders dan concluderen dat het daar “different, very different” is. En dat kunnen wij beamen. De rodeo boeide ons ongeveer anderhalf uur, en toen begon van alles de 2de heat, wij hadden het wel gezien. Het zou nog 2 uur doorgaan. De kermis hebben we links laten liggen en we hebben de bus teruggenomen. De rest van de middag hebben we gespendeerd met het laten uitvoeren van een reguliere onderhoudsbeurt van de auto (moest na 5000 mijl en Chicago is nog ver) en ondertussen de aanschaf van een simpel campingbrandertje. Op de camping gegeten (warme hotdogs, voor de verandering en door de camping ge-BBQde spareribs, erg lekker) en nu zijn de kinderen in de speeltuin bezig en Saskia is nog even naar de supermarkt om onze alcoholvoorraad voor de avond op peil te brengen, we zouden het anders wel weer eens koud kunnen krijgen vanavond.












21 juli

Over vandaag valt niet te veel te schrijven. We hadden een reisdag gepland, maar die viel langer uit dan gepland. De wegen in South Dakota reden niet al te vlot door wegens alle bochten en we blijven ons verkijken op de enorme afstanden. In Nebraska waren er minder hoge heuvels, maar weer heel veel oneindig lang glooiend landschap. De route die we hadden uitgestippeld liep (ongeveer?) langs een vindplaats voor fossielen, belangrijke stop voor Ties dus. Volgens de kaart moesten we een stuk onverharde weg rijden, maar dat was vorige keer ook geen probleem. Gewoon 70 km/h ging goed, alleen de achterruit moet af en toe gewist worden om alle stof weg te vegen. Deze wegen ware echter kleiner en er waren allemaal aftakkingen zoner borden. Een goed kompas in de auto was nu wel weer heel nuttig, uiteindelijk kwamen we op dezelfde weg uit als waar we vanaf geslagen waren. De fossielenvindplaats was wederom een zeer goed onderhouden visitor infocenter, bijna zonder visitors. De aanwezige rangers hadden alle tijd om ons van alles te vertellen. Geen dinofossielen hier, maar grote zoogdieren, zoals neushoorns van 40 miljoen jaar geleden. Ook nog een indianden expositie en buiten bordjes met “pas op voor de ratelslangen”. Op onze doorreis passeerden we vervolgens een bordje met “no services next 59 miles”. En dat klopte, de weg was zonder enige strop, af en toe een heel afgelegen boerderij en dat dus 90 kilometer lang. Het lanfschap wisselt wel af en toe tussen hoogvlakte grasland, stenig grasland, een enkel korenveld en dan weer heuvelachtig grasland, maar echt spannend werd het niet. De campings die onze kaart aangaf waren bepaald niet wat we zochten, soms mooi gelegen maar helemaal verlaten, aardedonker en geen douche. Ook geen personeel of bewaking en we wilden eigenlijk een paar dagen staan, dat was dus ieder keer verder rijden. Onze uiteindelijke gekozen eindbestemming van de dag, Laramie, was een enorme domper. Als je ooit in de buurt bent: ga daar NIET heen. Het was een lelijke saaie plaats en de campings waren afschuwelijk, bovendien zonder tentplaatsen. Toch besloten om weer verder te rijden, in dit geval eigenlijk terug naar Cheyenne. De snelweg daar naartoe is spectaculair, en rijdt bovendien prima door. Onderweg lazen we in de reisgids dat de laatste week van juli er een groot festival is. We schatten in dat zoiets onze kansen op een fatsoenlijke camping niet zou vergroten en hielden er rekening mee dat we door zouden rijden tot Denver en daar een nacht in een hotel zouden gaan. Dat bleek niet nodig, net tegen het donker worden vonden we een camping met een aardig tentenveld. Nu moet ik er meteen bijzeggen dat onze kampeerdefinitie van “aardig” in de eerste paar dagen al is veranderd. Amerikanen hebben andere ideeen over kamperen dan de meeste Europeanen. We staan dus vlak bij een drukkere doorgaande weg, maar vooruit, we passen ons aan. Nog net voor het stikdonker de tent op weten te zetten en in te richten, met een beetje hulp van een luchtbedpomp op batterijen van de buren. De kinderen konden zo vanachter de DVD in de auto in hun bed.















dinsdag 21 juli 2009

20 juli





























Dide was vandaag aan de beurt om uit te slapen. Ties heeft alweer last van een jetlag nu we een uur tijdsverschil hebben, dus was om half zeven plaatselijke tijd weer op.
We hadden nauwelijks ontbijt dus reden we op tijd weg, de tent lieten we vandaag staan. In de supermarkt vlakbij een ontbijtje gekocht en de heuvels ingereden op zoek naar een plekje. Op een relatief rustig plekje langs de weg ons brood opgegeten. We zijn er wel achter dat we in Deerfield ontzetend upscale leven en dat de keus aan fatsoenlijk eten daar groter is dan op veel andere plaatsen in de VS. Het brood hier is werkelijk belabberd, terwijl in Deerfield met enig zoeken nog prima eetbaar brood te vinden is (hoewel niet volgens Nederlandse, laat staan Franse standaarden).
Een mooie autorit heuvelop bracht ons bij de Mount Rushmore National Memorial: waar de hoofden van 4 ex-presidenten van de VS zijn vereeuwigd in de rotsen. Wij hadden a gelezen dat je op tijd moest zijn om de massa’s voor te zijn en dat klopte. Het was vrij druk, maar nog behapbaar. Toen we wegreden was er file. De beelden op zich zijn vrij indrukwekend, maar het is moeilijk voor te stellen hoe groot het nu echt is. Na een bezoekje met wandeling over het uitgezette pad en langs de oorspronkelijke ateliers reden we door richting Rapid City. We gingen naar het plaatselijke air and space museum. Ties vond het maar klein, en dat was het ook als je het vergelijkt met het Aviodrome, maar de kinderen hebben zich toch goed vermaakt. De rest van de dag moesten we vertellen over de 2de wereldoorlog en de Berlijnse muur.
Op de terugweg hebben we na enig zoeken bergschoenen voor Dide kunnen kopen. Blijkbaar krijgt de plaatselijke jeugd die niet, want kindermaten waren vrijwel niet verkrijgbaar. Toch gelukt en daarna weer terug richting de camping. De afstanden blijven verbazend groot hier, de gratis kaarten die je overal krijgt zijn van een schaal waarop je makkelijk heel Nederland kunt vangen.
Op de camping lag onze tent (Target, 79 dollar) op de grond, hij was omgewaaid. We hadden de scheerlijnen ook niet vaststaan en de wind stond er recht in. Snel omgedraaid en deze keer beter vastgezet en toen begon het te regenen. Ons avondeten hebben we genoten onder een afdakje boven een picknickbank op de camping. Ties heeft het een beetje moeilijk met eten deze dagen, hij lust niks en is bovendien vaak sjachereinig. Hij heeft het vaak over Voorschoten en als het aan hem lag gingen we nu enkele reis terug.
Na het avondeten was het weer droog, maar wel fris. Bij de campingbaas voor 3 dollar een “armload of wood” aangeschaft en een lekkere fik gestookt. De kinderen renden heen en weer met dennenappels en takjes. Nu is het vuur bijna uit en gaan ook wij zo snel slapen, morgen rijden we een stukje verder zuidwaarts.

maandag 20 juli 2009

19 juli

Vanochtend rond een uur of 8 wakker, maar Ties sliep rustig door. Onze buren op de camping waren al vertrokken. Opvallend dat er hier in de Missouri ontzettend veel wordt gevist. Aan de overkant van de inham waar onze camping aan lag was een boothelling en ze stonden werkelijk in de file om daarvan gebruik te maken. Het is dan ook zondag, visdag blijkbaar. Na een ontbijt met wat restjes brood en cornflakes zijn we verder naar ht westen gereden. Zodra we over de Missouri heen waren veranderde het landschap in iets dat wij niet echt kenden. Het waren hogere heuvels, maar veel groener dan je ze zou zien in Zuid-Europe. Meer als de alpenweiden, maar dan weer veel lager. We waren toch onder de indruk van 2 fietsende mensen met een koeienshirt aan, Nederlanders concludeerden wij.
Het plaatsje Winner adverteert zichzelf als het begin van het wilde westen. Het lanfschap veranderde inderdaad weer en er was nog nauwelijks landbouw, er was alleen prairie met af en toe een kudde koeien of paarden. Boeiend en heel erg lang heel erg leeg, zeker 2 uur rijden zonder veel activiteit. Wij zijn in die tijd 3 keer door een klein plaatsje (bijvoorbeeld 1281 inwoners) gereden met duidelijk veel indianen. Niet erg opbeurend, overal borden dat ze geen drugs of alcohol moeten gebruiken en kleine huisjes of caravans met een boel oude zooi en autowrakken buiten. Ook nauwelijks een pompstation te vinden, dus wij waren blij dat we dat in Winner nog even hadden geregeld.
In de loop van de rit werd het landschap ruiger, sos was er wat dennenbos, maar dat verdween steedsook weer snel. In de verte doemden iets hogere bergen op. We reden langs het nationale park de Badlands, zo genoemd omdat de vroege Europese bewoners moeite hadden ze over te steken. Grote canions en tafelbergen, erg indrukwekkend. We reden een heel stuk over een onverharde weg (weg 2, ook 1 was overigens onverhard). Limieten zijn daar zo rond 90 km/h, maar af en toe heb je een stukje mul zand en dan moet je het stuur toch wel goed vasthouden. De auto is nu niet meer blauw, maar bruin.
Volgens planning reden we iets zuidwaarts naar een ander park waar een camping zou zijn, Dit park, het Custer State Park, bleek echter geen vrije kampeerplaatsen meer te hebben, het kostte ons de nodige moeite om dat uit te vinden. Er was plek genoeg, maar het systeem verbood kamperen zonder een vaste autoparkeerplaats. Nu staan we net buiten het park op een particuliere camping. In het park zijn het state camps en die blijken iets goedkoper en waarschijnlijk daarom zoveel populairder. Voor het avondeten zijn we naar het plaatsje Custer hier vlakbij gegaan, eenvoudig doch voedzaam. Het ziet eruit als een traditioneel Amerikaans stadje, alle bebouwing langs main street. Dit is alleen vanwege de parken behoorlijk commercieler en er zijn dus veel motels en hotels. De kinderen net gedouched en in bed gestopt. Dat ga ik nu aelf ook nog even doen en dan vroeg weer slapen. Het is om 9 uur donker hier, we zitten nu in de Mountain tijdzone, dus 8 uur verschil met Nederland. De campings hebben niet veel verlichting, zo hebben we gemerkt. Toiletten en douches zijn wel prima in orde, zoals overal in Amerika kun je ook in deze staat overal fatsoenlijk (en gratis) naar de WC.

18 juli








Vandaag vertrokken vanuit Deerfield. Om met de deur in huis te vallen: we hebben vandaag bijna 750 mijl gereden. En dat is best ver met die snelheden die hier zijn toegestaan. Bovendien wordt er vooral in de zomer veel aan de weg gewerkt hier, dus dat houdt soms lekker op. De maximale snelheid is per staat verschillend. In Illinois is het tot dusver het beroerdst: 65 mijl. Helaas mag dat alleen op de snelwegen in de buitengebieden, als er ook maar enigszins bewoning is moet je 55 mijl, ongeveer 90 km/h dus. En vordat je vanuit Chicago in het buitengebied bent zou je vanuit Amsterdam zal bijna Nederland uit zijn. Vanuit Chicago zijn we Ohio binnengereden. Met een grote brug over de Mississippi rivier. In Ohio mochten we 70 mijl per uur, een grote verbetering. Het landschap was niet te boeiend, heel veel mais en sojabonen (dat lijkt op mais, dus niet goed voor de afwisseling). Licht glooiend en bijna zonder bomen. Een enkele tolpoort of boerderij is het spannendste dat je tegenkomt.
Aan het eind van Ohio, net boven Omaha reden we een stukje naar het Noorden langs Sioux City, je rijdt dan langs de rivier de Missouri, maar krijgt die niet vaak te zien. Aan de overkant ligt Nebraska. Na een klein stukje rijdt je dan South Dakota binnen. Tot onze verrassing mochten we daar zelfs 75 mijl per uur, er stond zelfs bij dat dat 120 km/h is. We vonden het bijna eng snel, zo erg waren wij het ontwend. En de meeste Amerikanen denken er net zo over, want wij reden harder dan de meesten. Vrij weinig verkeer op de weg, behalve bij de grotere plaatsen. Wel heel wat auto’s uit andere staten en ook campers, het is duidelijk vakantietijd. Langs de weg af en toe rest area’s, voor tanken moet je hier de snelweg af. Bij iedere afrit staat welke hotels en motels er zijn, wat je er kan eten en waar je kan tanken.
De tocht vandaag ging dwars door tornado gebieden. Je kunt je wel voorstellen dat zoiets enorm kan aanzwellen in deze lege omgeving. Ties vond de gedachte volgens mij maar eng, maar vandaag was er geen enkel risico (wij weten ook niet wat het seizoen precies is). Het was vandaag zelfs redelijk ideaal reisweer, in het begin zo rond de 20 graden en bewolkt. In de loop van de dag werd het iets warmer en brak de zon door, toen hebben we de airco wel even aangehad. De kinderen hebben de hele dag naar filmpjes gekeken achterin. Dat hadden wij ze ooit beloofd en dat hadden ze dus goed onthouden. Ze bleven ren er in ieder geval rustig van en hebben zich prima gemaakt, toch niet gek voor een hele dag rijden. De komende dagen wordt dat dus afkicken voor ze.
Volgens ons reisboek zijn er in South Dakota voor het eerst reclameborden geplaatst door een apotheker met reclames voor gratis ijswater bij een aankoop. Die ondernemer is er enorm succesvol mee geweest en sindsdien bouwen ze megaborden langs de snelwegen. En in South Dakota zijn er duidelijk meer dan op andere plaatsen waar wij lamgs zijn gereden.
Rond een uur of 7 van de weg gegaan omdat Dide moest plassen (voor de tigste keer). Daar meteen wat eenvoudigs gegeten en toen naar een camping gereden die op onze kaart stond aangegeven. Leuk plekje langs het water, maar helaas vol. We werden een stukje teruggestuurd en net voor het donker werd kwamen we aan op een klein kampeerplekje langs de Missouri. Het is heel eenvoudig en erg donker nu, tegen elf uur. Iedereen lijkt naar bed te zijn, hoewel onze buurman nu net zijn vuurtje weer even aansteekt en zijn hengels begint klaar te leggen. De kinderen zijn snel gaan slapen. Morgen nog een klein stukje doorrijden en vanaf dan trekken we elke dag een klein stukje verder. De vakantie is begonnen.

zaterdag 18 juli 2009

Onderweg

Even een korte test. We zijn onderweg op dag 1 van de vakantie en zijn vlak voor Sioux City even gestopt voor een ijsje en koffie. Snel weer verder.

vrijdag 17 juli 2009

Bijna op vakantie

Goedemorgen / -middag / -avond allemaal. Een heel kort bericht deze keer, want wij hebben het nu even druk. Vandaag is Radboud teruggekomen van een week conferentie. Relatief in de buurt, want slechts 3,5 uur rijden. Afgelopen jaren was het 14 uur reizen. Het was in ieder geval een aangename en nuttige week.
Morgenochtend heel vroeg gaan wij op vakantie. We zijn van plan naar het westen te rijden tot we bergen zien. In ieder geval brengt ons dat langs Badlands, waar de presidenthoofden in de rotsen zijn uitgehakt.


Daarna zakken we waarschijnlijk door of langs de bergen wat af richting Colorado. We hebben een tent en gaan in motels logeren als het regent. Wij hebben er helemaal zin in. De laptop gaat mee en met ons AT&T abonnement schijnen we bij iedere McDonalds en Starbucks vestiging te kunnen internetten. Wellicht zijn er dus wat blogupdates van ons te verwachten de komende tijd. Mailen gaat het nu even handigste naar Radboud's werk e-mail adres. Voor wie dat niet heeft: het schijnt niet handig te zijn om dat hier te posten; we zullen de webmail van wanadoo ook in de gaten houden. Groeten en tot horens!

zaterdag 11 juli 2009

Lekker weekje

Goedenavond allen. Het is weer een paar dagen geleden en ik vrees dat ik de updatefrequentie van de afgelopen maanden niet ga volhouden. Het werken begint aanzienlijk drukker te worden en we willen toch ook nog tijd en energie overhouden voor alle leuke dingen hier. Ik probeer zeker nog 1 keer per week te schrijven en foto's te plaatsen, maar op een update om de dag kunnen jullie vrees ik niet mee rekenen. Wellicht zou dat ook gaan vervelen, want de ergste inburgeringsperikelen hebben we achter de rug en ik schat zo in dat het voornamelijk zal gaan over onze gebeurtenissen, en die zijn vast niet iedere week spectaculair.

Deze week hebben we wel van alles ondernomen. Op Dinsdag zijn we naar een bos gereden waar het goed wandelen en fietsen zou zijn. We hadden de afstand verkeerd ingeschat, dus het was verder dan we dachten, zeker omdat we rond 6 uur, spitstijd dus, probeerden er te komen. Ties viel zelfs even in de auto in slaap. Het bos viel zwaar tegen als bos. Het was een soort recreatiegebied Spaarnwoude, maar dan veel kleiner en omringd door drukke wegen. De fietspaden die er waren liepen vooral parallel aan en vlak naast de drukke wegen die het gebied doorkruisten. Op een redelijk rustig plekje nog wel ons avondeten opgepicknicked.


Iets verderop vonden we een rustiger stukje en daar hebben wij gewandeld en de kinderen gestept en gefietst. Dat was wel aangenaam.
Op Donderdagavond hebben we alweer een stuk gereden, ditmaal naar het Noorden waar we een fietskar op de kop hadden getikt via de plaatselijk Marktplaats-site. Dat geeft Saskia een heel stuk meer flexibiliteit om met beide kinderen op de fiets op pad te gaan en we kunnen hem ook goed gebruiken na een bescheiden feestje in de buurt, hoeven we geen Bob aan te stellen. Onderweg hebben we bij de Mac gegeten, dat was voor het eerst hier. De kinderen hadden eigenlijk gekozen voor het pannekoekenhuis aan de overkant, maar dat sloot om 4 uur 's middags. De kar was uitstekend, dus onze garage is weer wat voller geworden.
De kinderen zijn de hele week nog naar het sportkamp geweest. Maandag was er een bezoek aan het zwembad en Ties is behoorlijk uitgegleden. Ik kreeg hem zelfs op mijn werk nog aan de telefoon, ik moest hem echt even kalmeren en toen is Saskia hem snel gaan halen. Dide en Ties hebben ook een keer ruzie gemaakt op het kamp, wat aanleiding was voor een telefoontje, maar gelukkig ging het in de tweede helft van de week allemaal gesmeerd. Ze vinden het jammer dat het afgelopen is. Als afscheid hadden ze nog briefjes geschreven en gekleurd voor de leiding, Dide had in het Engels erop geschreven. Allebei beginnen ze duidelijk losser te worden in het Engels. Ze spreken het nog bepaald niet, maar kennen en herkennen steeds meer woorden en beginnen ook spontaan dingen te zeggen in het Engels. In de vakantie maar weer veel oefenen.

Op vrijdagavond zijn we dan naar een ander bos gereden veel dichter in de buurt. Saskia had van een collega-moeder van het sportkamp gehoord dat er wel leuke bossen zijn in de buurt. Hier waren beverdammen en dat moesten we natuurlijk met eigen ogen zien.


En inderdaad. Er waren verschillende dammen in de rivier en van die bomen die je wel kent van stripverhalen, doorgeknaagd net boven de grond met zo'n steeds dunner wordend puntje aan het eind beide afgehapte stukken. Geen levende bevers gezien helaas.


Helaas waren er heel erg veel mugen in het bos, dus we hebben een beetje doorgelopen en op zaterdag zat (bijna, hihi) iedereen onder de rode bulten.


De kinderen waren weer op de step en fiets en die zijn knap smerig geworden in dat bos. De auto begint dus de eerste gebruikssporen te vertonen. In het weekend maar eens schoonmaken en de tuinslang op de fietsen zetten.

Toen de kinderen in bed lagen heb ik nog een tent opgehaald die we 2de-hands hadden gevonden op Internet. Dit keer geen succes, want toen we hem vanochtend opzetten bleek hij niet compleet en zeer waarschijnlijk ook niet waterdicht. Meteen weer gebeld en die kunnen we terugbrengen.

Vandaag werd ik al heel vroeg wakker door klapperende luxaflex. Ik kon niet meer slapen dus net na 5 uur zat ik beneden. Er was weer de nodige post binnengekomen en die had wat aandacht nodig en ik moest ook nog een aantal werkgerelateerde e-mails versturen. Dat gaat goed als het nog rustig is in huis, dus ik heb mijn tijd nuttig besteed. Verder hadden we met Peter en Tijn afgesproken om naar het Shedd Aquarium te gaan in Chicago. Rond een uur of half elf reden we met z'n allen in onze (mini-) van daarheen via de toeristische route over Lake Shore Drive. Mooi uitzicht over de stad en het meer. Enige tijd rondgedwaald op zoek naar de parkeergarage, dat stond weer op zijn Amerikaans bewegwijzerd. Toen we er eenmaal waren was het heel logisch. Het kost 19 dollar om te parkeren, maar daar kijken we eigenlijk al niet meer van op. Het land is in bijna alles heel duur. Ze weten precies hoe ze alles moeten doorrekenen en niemand lijkt er van op te kijken. We zijn vandaag weer een forse klap ged kwijtgeraakt, maar daar ontkom je niet aan als je hier iets leuks gaat ondernemen was ook maar enigszins populair is. Het is duidelijk dat er hier minder subsidieregelingen bestaan. Het aquarium kost dan ook 24 dollar per volwassene. Een abonnement is maar iets duurder dan toegang voor het hele gezin, dus hier hebben we nu ook een jaarlidmaatschap van genomen. Het aquarium zag er goed uit, maar was wel heel erg druk.


We gaan een volgende keer zeker 's ochtends heel erg op tijd en bij voorkeur op een andere dag dan zaterdag. Er waren zeer veel verschillende aquaria, maar het hoogtepunt waren zeker de walvissen (wit; ongeveer een meter of 6) en de dolfijnen.



De show was een beetje een domper, niet erg spectaculair. We waren in ieder geval een heel aantal uren onder dak.
Saskia heeft het absolute hoogtepunt van de show op video weten vast te leggen. Rustig wachten tot aan het einde van de film.



Na afloop hebben we nog een korte wandeling genaakt over het pad langs de oever van Lake Michigan. Daar wordt uitgebreid gefietst, geskate, maar ook gestunt met skaterboards en veel gewandeld. Natuurlijk moesten we ook nog even terug naar de WC van het aquarium. Lans het meer even om ons heen zitten kijken en wat gedronken.



Na afloop zijn we een stukje noordwaarts gereden Chicago uit. Dat was een redelijk lange rit door alle verkeersdrukte. In Evanston vonden we zowaar een restaurant met een terras en daar hebben we gezellig met elkaar zitten eten. We waren pas rond een uur of 9 thuis.


Bij thuiskomst bleek Saskia een envelop te hebben van het Social Security Office en zed heeft een social security number gekregen. Ze is dus nu ook geregistreerd en kan haar rij-examen gaan zien. Weer een zorgje minder.

Volgende week ga k naar een conferentie in de buurt, dat betekent ruim 3 uur rijden. Ik ben daar veel vaker geweest en nu we zo dichtbij wonen zou het raar zijn om het te laten schieten. Het is helemaal toegespitst op mijn vakgebied, dus nuttig om bij te zijn. Ik rijd maandag na de lunch weg richting Madison (Noordwest van hier), zodat ik om 6 uur bij de openingsreceptie kan zijn. Vrijdag na de koffie is het dan afgelopen zodat ik dan redelijk op tijd thuis kan zijn. De planning is om dan zaterdagochtend heel vroeg weg te rijden richting het Westen, eindbestemming Colorado / Rocky Mountains. We gaan eerst een heel eind gas geven en na een lange dag rijden doen we dan elke dag een stukje en maken ook van de reis een vakantie. We moeten dus nog even een tent op de kop tikken, toch veel leuker om te kamperen dan altijd in die suffe motels aan de doorgaande wegen te zitten. We hebben al een soort van paklijst, dus het gaat wel goed komen. De laptop gaat mee, dus wie weet lukt het om life vanaf de vakantiebestemmingen af en toen een blog update te produceren. We gaan in ieder geval ons best daarvoor doen.